The effect of post-COVID-19 ventilation measures on indoor air quality in primary schools
Onderzoek door Piet Eichholtz, Nils Kok en Xudong Sun
School of Business and Economics, Maastricht University, Tongersestraat 53, 6211 LM Maastricht, The Netherlands
Samenvatting:
De recente COVID-19 pandemie heeft mensen bewust gemaakt van het belang van binnenluchtkwaliteit (IAQ) en gebouwventilatiesystemen, vooral op dichtbevolkte plaatsen zoals kantoren en scholen. Als gevolg investeren openbare instanties steeds meer in de installatie, het onderhoud en verbetering van ventilatiesystemen in hun gebouwen.
Er is echter weinig bekend over het effect van ventilatiesystemen in gebouwen op de werkelijke IAQ en de invloed ervan op gebruikers. In dit artikel wordt de effectiviteit van gebouwventilatiesystemen in basisscholen beoordeeld. We maken gebruik van een uniek sensornetwerk dat vóór de COVID-19 pandemie is geïmplementeerd. Het bestaat uit meetapparatuur die in 252 klaslokalen in 27 Nederlandse basisscholen is geïnstalleerd en die continu IAQ-indicatoren zoals CO2-niveaus en fijnstofconcentraties controleert.
Met behulp van deze gegevens van schooljaren 2018 tot 2022 vergelijken we de IAQ-verschillen tussen natuurlijke en mechanische ventilatie door middel van een fixed-effect identificatiestrategie. Onze resultaten laten zien dat mechanisch geventileerde klaslokalen beter presteren met betrekking tot CO2- en fijnstofniveaus.
De post-COVID-19 ventilatiemaatregelen die werden geïmplementeerd na de heropening van de school hadden echter sterkere effecten op natuurlijk geventileerde (NV) klaslokalen, wat wijst op gedragsveranderingen op klaslokaalniveau. We onderzoeken ook de langetermijneffecten van deze post-COVID-19 ventilatiemaatregelen en tonen enig bewijs van afnemende effectiviteit, evenals een sterk seizoensgebonden effect, met name in NV-klaslokalen, wat het resultaat lijkt van een afweging tussen ventilatie en thermisch comfort.