Ten questions concerning the economics of indoor environmental quality in buildings

Ten questions concerning the economics of indoor environmental quality in buildings

De economische kracht van een gezond binnenklimaat

We brengen bijna onze hele dag binnenshuis door, of we nu in kantoren zitten, thuis werken of ons in andere gebouwen bevinden. Toch onderschatten we vaak hoe groot de invloed van het binnenklimaat is, niet alleen op ons welzijn maar ook op de portemonnee. Een recent artikel van Flagner et al. (2025) zoomt in op de economische waarde van een gezond binnenklimaat. Wat blijkt? Een investering in een gebouw dat goed ademt, prettig verlicht is, rustig aanvoelt en aangenaam warm blijft, kan zichzelf terugverdienen en soms zelfs extra winst opleveren.

Waarom gezonde gebouwen loont

Stel je voor dat je ’s ochtends uitgerust en helder aan de dag begint. De lucht is fris, de temperatuur voelt aangenaam, er is geen storend lawaai en het licht sluit naadloos aan bij je natuurlijke ritme. Dit is geen luxe, het is gezond verstand. Slechte luchtkwaliteit leidt vaak tot hoofdpijn, vermoeidheid en ziekteverzuim, terwijl goede ventilatie en luchtzuivering juist bijdragen aan scherpte, focus en minder doktersbezoeken. Dat spaart niet alleen gezondheid, maar ook geld.

Hetzelfde geldt voor temperatuur. Te koud of te warm zijn gaat verder dan ongemak, het beïnvloedt stofwisseling, comfort en concentratie. Flexibele klimaatregelingen en persoonlijke comfortsystemen zorgen voor meer welzijn en besparen tegelijkertijd energie. Ook geluid verdient aandacht. In open kantoorruimtes ondermijnt slechte akoestiek productiviteit en verhoogt stressniveaus, terwijl slimme oplossingen dit kunnen verhelpen. Licht is misschien wel de meest onderschatte factor. Natuurlijk daglicht en dynamische kunstverlichting ondersteunen ons bioritme, verbeteren de stemming en versterken slaapkwaliteit en productiviteit.

De verborgen winst van duurzame keuzes

Het mooie van al deze maatregelen is dat ze vaak ook financieel aantrekkelijk zijn. Betere ventilatie, energiezuinige led-verlichting en groene certificeringen leiden niet alleen tot een gezondere werkomgeving, maar ook tot productiviteitswinst, lagere energiekosten en hogere vastgoedwaarden. Toch zijn er kanttekeningen. Veel economische berekeningen zijn gebaseerd op aannames en modellen, terwijl langlopende praktijkdata nog ontbreken. Daarnaast kunnen verbeteringen op het ene vlak onbedoeld negatieve gevolgen hebben op een ander vlak. Meer daglicht kan bijvoorbeeld extra warmteverlies veroorzaken. Dat vraagt om een slimme en geïntegreerde aanpak.

Groene labels zoals LEED of BREEAM laten zien dat duurzaamheid financiële meerwaarde oplevert. Huurprijzen liggen hoger, leegstand is lager en gebouwen zijn waardevoller bij verkoop. Die zakelijke voordelen maken duidelijk dat gezondheid en rendement prima samengaan. Maar er blijft een spanningsveld bestaan tussen wie de investering doet en wie de voordelen plukt. Huurders profiteren van meer comfort en hogere productiviteit, terwijl ontwikkelaars en vastgoedeigenaren vaak de kosten dragen. Nieuwe financieringsmodellen en leaseconstructies zijn nodig om die balans recht te trekken.

Wat betekent dit voor de toekomst?

Gezonde gebouwen zijn geen hype, maar een noodzaak. Voorlopers laten zien dat gezondheid meetbaar is en zelfs te vertalen valt naar harde euro’s: minder ziekteverzuim, betere prestaties en aantrekkelijkere gebouwen. Toch is er nog veel onderzoek nodig om de echte economische waarde te onderbouwen. Pas als we die data hebben, kunnen we voluit spreken van een gezonde businesscase.

Samenvatting

Een gezond binnenklimaat levert aantoonbare voordelen op voor gezondheid, welzijn en productiviteit. Investeringen in betere luchtkwaliteit, verlichting, akoestiek en temperatuurregeling kunnen leiden tot hogere prestaties en lagere ziektekosten en blijken vaak economisch rendabel. Toch ontbreekt nog stevig langetermijnonderzoek en blijft de verdeling van kosten en baten een uitdaging. Groene certificeringen tonen dat het kan lonen, maar eerlijk verdeelde financiering en meer praktijkonderzoek blijven noodzakelijk.

Bron:

Flagner, S., Schiavon, S., Kok, N., Fuerst, F., Licina, D., Loder, A., … & Pallubinsky, H. (2025). Ten questions concerning the economics of indoor environmental quality in buildings. Building and Environment, 113227.