In het nieuwe artikel “A review of building technology solutions and their influence on indoor environmental quality in the healthy building movement” wordt een diepgaande blik geworpen op de impact van bouw- en gebouwentechnologie op de binnenmilieukwaliteit van gezonde gebouwen. De definitie is bepaald door TU Eindhoven en RWTH Aachen. Dit sluit perfect aan bij onze visie binnen het Healthy Building Movement (HBM).

Uit diverse studies blijkt dat technologieën in gebouwen vooral ontworpen zijn voor energie of comfort, maar zelden met gezondheid als uitgangspunt. De link tussen technologie en gezondheid is vaak impliciet of zelfs afwezig. Duidelijk wordt dat waar duurzaam bouwen draait om energie, materialen en CO₂-reductie, bij een gezond gebouw juist gekeken wordt naar comfort, luchtkwaliteit en mentale rust.

Van alle onderzochte technologieën scoorden HVAC-systemen voor onder andere ventilatie, filtering en klimaatregeling, het hoogst. Logisch ook, want deze elementen zorgen voor een verbetering van het binnenklimaat. Zo is er minder fijnstof en VOC’s (vluchtige organische stoffen). Er is meer grip op temperatuur en luchtvochtigheid. En door de inzet van slimmere ventilatiesystemen werken deze 80% effectiever dan de standaard.

Aan de andere kant, wordt in 93% van de studies géén enkel gezondheidsaspect gemeten. We weten dus dat de lucht schoner wordt, maar niet of mensen daadwerkelijk zich gezonder voelen.

Biophilic design richt zich voornamelijk op een natuurlijke uitstraling middels planten en natuurlijke materialen in een ruimte. Studies laten zien dat dit duidelijk positief effect heeft op mentale gezondheid. Zo is er een percentuele verbetering van 15 tot 77% op gebied van rust, focus en welzijn.

Hoewel biophilic technologieën  minder sterk meetbaar zijn qua luchtkwaliteit, maken zij wel een voelbaar verschil. Vooral bij inzet op scholen en kantoren kan dit bevordering van leerprestaties en werkplezier betekenen. Toch wordt Biophilic tot op heden zelden geïntegreerd in bouwstandaarden – dat is een gemiste kans.

Wat ontbreekt er in veel van deze studies? De samenhang. De meeste studies richten zich op slechts één aspect: luchtkwaliteit, licht of geluid. Maar in het dagelijkse leven werken deze factoren samen. Zo kan bijvoorbeeld de luchtkwaliteit in een gebouw in orde zijn, maar als het te koud is, voel je je nog steeds niet prettig in deze ruimte. Of als je kijkt naar goed licht, dit helpt pas echt als de akoestiek ook klopt.

Gezondheid is moeilijk vangbaar in slechts een momentopname van enkele dagen of weken. Gezondheid is juist iets dat zich in maanden of zelfs jaren kan ontwikkelen en opbouwt. Slechts drie studies koppelde binnenmilieu met gezondheid, maar met een korte termijn focus.   Daarnaast is er behoefte aan een meer standaard beoordelingsmethode en meer onderzoek in verschillende klimaatzones en culturele contexten.

De technologie is er. Van HVAC-systemen die de lucht schoner maken tot biophilic design dat stress verlaagt en focus verhoogt. Toch staat gezondheid bij de gebruiker van diverse gebouwen nog niet centraal bij onderzoeken. Gezondheid wordt vaak beperkt gemeten, of zelfs vergeten.

Daarom is het tijd om gezondheid niet langer te zien als ‘mooi meegenomen’, maar als de nieuwe standaard te zien.